Rc.conf (Nederlands)

From ArchWiki

Jump to: navigation, search
i18n
Nederlands
English
Italiano
Русский
简体中文

Contents

Overzicht

Het bestand rc.conf (/etc/rc.conf) is het belangrijkste systeem configuratiebestand dat Arch Linux gebruikt. Het combineert verscheidene vaak gewijzigde instellingen, waaronder tijdzone, keymap, kernel modules, netwerkinstellingen en daemons die moeten worden opgestart, etcetera, in één makkelijk tekstbestand om systeembeheer te vergemakkelijken.

Dit is hoe een typisch rc.conf bestand eruit ziet na een frisse installatie.

#
# /etc/rc.conf - Main Configuration for Arch Linux
#

#
# -----------------------------------------------------------------------
# LOCALIZATION
# -----------------------------------------------------------------------
#
# LOCALE: available languages can be listed with the 'locale -a' command
# HARDWARECLOCK: set to "UTC" or "localtime"
# TIMEZONE: timezones are found in /usr/share/zoneinfo
# KEYMAP: keymaps are found in /usr/share/kbd/keymaps
# CONSOLEFONT: found in /usr/share/kbd/consolefonts (only needed for non-US)
# CONSOLEMAP: found in /usr/share/kbd/consoletrans
# USECOLOR: use ANSI color sequences in startup messages
#
LOCALE="en_US.utf8"
HARDWARECLOCK="localtime"
TIMEZONE="Canada/Pacific"
KEYMAP="us"
CONSOLEFONT=
CONSOLEMAP=
USECOLOR="yes"

#
# -----------------------------------------------------------------------
# HARDWARE
# -----------------------------------------------------------------------
#
# Scan hardware and load required modules at bootup
MOD_AUTOLOAD="yes"
# Module Blacklist - modules in this list will never be loaded by udev
MOD_BLACKLIST=()
#
# Modules to load at boot-up (in this order)
#   - prefix a module with a ! to blacklist it
#
MODULES=()
# Scan for LVM volume groups at startup, required if you use LVM
USELVM="no"

#
# -----------------------------------------------------------------------
# NETWORKING
# -----------------------------------------------------------------------
#
HOSTNAME="myhost"
#
# Use 'ifconfig -a' or 'ls /sys/class/net/' to see all available
# interfaces.
#
# Interfaces to start at boot-up (in this order)
# Declare each interface then list in INTERFACES
#   - prefix an entry in INTERFACES with a ! to disable it
#   - no hyphens in your interface names - Bash doesn't like it
#
# Note: to use DHCP, set your interface to be "dhcp" (eth0="dhcp")
#
eth0="eth0 192.168.0.2 netmask 255.255.255.0 broadcast 192.168.0.255"
INTERFACES=(eth0)
#
# Routes to start at boot-up (in this order)
# Declare each route then list in ROUTES
#   - prefix an entry in ROUTES with a ! to disable it
#
gateway="default gw 192.168.0.1"
ROUTES=(!gateway)
#
# Enable these network profiles at boot-up.  These are only useful
# if you happen to need multiple network configurations (ie, laptop users)
#   - set to 'menu' to present a menu during boot-up (dialog package required)
#   - prefix an entry with a ! to disable it
#
# Network profiles are found in /etc/network-profiles
#
#NET_PROFILES=(main)

#
# -----------------------------------------------------------------------
# DAEMONS
# -----------------------------------------------------------------------
#
# Daemons to start at boot-up (in this order)
#   - prefix a daemon with a ! to disable it
#   - prefix a daemon with a @ to start it up in the background
#
DAEMONS=(syslog-ng network netfs crond)


# End of file


Localisatie

  • LOCALE: Dit configureert je systeem taal, welke wordt gebruikt door alle i18n-vriendelijke programma's. Je kunt "locale -a" vanaf een commandline uitvoeren, om een lijst met beschikbare locales te zien. De standaardinstelling is geschikt voor US English gebruikers.
  • HARDWARECLOCK: Specificeert of de hardware klok, die gesynchroniseerd wordt tijdens het opstarten en afsluiten van het systeem, de tijd in UTC of lokale tijd opslaat. UTC is anbevolen, omdat het het wisselen van tijdzones en zomer- en wintertijd vergemakkelijkt. localtime is vereist, als je een dual boot systeem draait met een besturingssysteem dat alleen localtime voor de hardware klok ondersteund, zoals Windows.
  • TIMEZONE: Specificeert je tijdzone. Mogelijke tijdzones zijn het relative pad naar een zoneinfo bestand, startend vanaf de map /usr/share/zoneinfo. Bijvoorbeeld, een Duitse tijdzone zou kunnen zijn Europe/Berlin, welke verwijst naar het bestand /usr/share/zoneinfo/Europe/Berlin.
  • KEYMAP: De keyboard layout die je wilt gebruiken. Als je in Amerika leeft, wil je waarschijnlijk qwerty gebruiken, waarnaar verwijst wordt met us (default). De beschikbare keymaps zijn te vinden in /usr/share/kbd/keymaps. Let op dat deze instelling alleen geldt voor je TTY's, niet voor grafische window managers of X!
  • CONSOLEFONT: Definieert het console lettertype dat met het programma "setfont" wordt geladen tijdens het opstarten. Mogelijke lettertypes kunnen worden gevonden in /usr/share/kbd/consolefonts. Voor meer informatie, zie: Fonts in console
  • CONSOLEMAP: Definieert de console map die wordt geladen met het programma "setfont" tijdens het opstarten. Mogelijke maps kunnen worden gevonden in /usr/share/kbd/consoletrans. Je zult deze variabele willen instellen op een map die geschikt is voor je locale (bijvoorbeeld 8859-1 voor Latin1), als je een utf8 locale gebruikt en gebruik maakt van console programma's die 8-bit uitvoer genereren. Als je X11 gebruikt voor je dagelijkse werkzaamheden, hoef je hier niet op te letten, aangezien CONSOLEMAP alleen de uitvoer van Linux console applicaties beinvloed.
  • USECOLOR: Activeer (of deactiveer) gekleurde statusberichten tijdens het opstarten.

Hardware

  • MOD_AUTOLOAD: Indien ingesteld op "yes", zal Arch je hardware scannen tijdens het opstarten en proberen om automatisch de juiste kernel modules voor je systeem te laden. Dit gebeurd met behulp van udev.
  • MOD_BLACKLIST: Achterhaald. Voeg een uitroepteken (!) toe voor de modulenaam in de MODULES array om de module te blacklisten.
  • MODULES: In deze array kun je de namen van de modules zetten, die je wilt laden tijdens het opstarten, zonder de noodzaak om deze te koppelen aan een hardwareapparaat, zoals dat in modprobe.conf gebeurt. Voeg eenvoudigweg de naam van de module toe in deze array, en zet benodigde parameters voor de module in modprobe.conf. Een uitroepteken (!) voor een module zal de module blacklisten tijdens het opstarten. Een voordeel van het expliciet specificeren van de modules voor netwerkkaarten is dat de netwerkkaarten zullen worden gedetecteerd in de volgorde waarin de modules in de array staan. Dit voorkomt verwarring die ontstaat, als je netwerkkaart telkens een andere interfacenaam krijgt toegewezen na het opstarten. Een nog betere manier om dit probleem te voorkomen is het gebruiken van statische interface labels, door udev zo te configureren.
  • USELVM: Scan voor LVM volumegroepen tijdens het opstarten. Benodigd als je gebruik maakt van LVM. Indien "YES" wordt er een "vgchange" uitgevoerd tijdens sysinit.

Netwerk

  • HOSTNAME: Zet hier de hostname van de machine neer, zonder het domein-achtervoegsel. Dit is jouw keuze, zolang je het bij letters, cijfers en zwevende streepjes houdt. Wees echter niet te creatief. Houd de standaardwaarde aan, als je niet zeker weet wat je hier neer moet zetten.
  • INTERFACES: Hier definieer je de instellingen voor je netwerkapparaten. De standaard regels en het commentaar leggen de instellingen duidelijk uit. Als je DHCP gebruikt, zou 'eth0="dhcp"' moeten werken. Als je geen DHCP gebruikt, houdt dan in gedachten dat de waarde van de variabele (waarvan de naam gelijk moet zijn aan de naam van het apparaat dat het moet configureren) gelijk is aan de lijn die zou worden toegevoegd aan het "ifconfig" commando, als je het apparaat handmatig zou configureren in de shell.
  • ROUTES: Je kunt je eigen statische netwerkroutes hier definieren met willekeurige namen. Kijk naar het voorbeeld voor een standaard gateway voor het idee. Eigenlijk is het quoted gedeelte identiek aan hetgeen je meegeeft aan een handmatig "route add" commando. Daarom is "man route" aanbevolen als je niet weet wat je hier neer wilt zetten. De standaardinstelling is aanbevolen voor de meesten.
  • NETWORKS: Activeert bepaalde netwerkprofilen tijdens het opstarten. Netwerkprofielen bieden een makkelijke manier om meerdere netwerkconfiguraties te beheren en zijn bedoeld om de standaard INTERFACES/ROUTES te vervangen, welke nog steeds aanbevolen zijn voor systemen met slechts één netwerkconfiguratie. Als je computer deel uitmaakt van verschillende netwerken op verschillende tijden (bijvoorbeeld een laptop), dan moet je eens kijken naar de map /etc/network-profiles, om een aantal profielen te configureren. Er zijn sjablonen meegeleverd voor veschillende netwerkconfiguraties. Netwerkprofielen vereisen het "netcfg" pakket.

(Let op: Sinds de introductie van netcfg v2.0 is NET_PROFILES veranderd in NETWORKS. De nieuwe versie bevat ook veel revisies, inclusief het pad van de opgeslagen profielen, zie ook Network Profiles voor meer informatie. Over het algemeen werkt de NETWORKS regel hetzelfde als de NET_PROFILES regel, vooropgesteld dat je de profielen in het nieuwe pad hebt opgeslagen (/etc/network.d/) en je de syntax van het bestand hebt aangepast naar de nieuwe versie.)

Daemons

  • DAEMONS: Deze array bevat simpelweg de namen van de scripts in de map /etc/rc.d/, die uitgevoerd moeten worden tijdens het opstartproces. Als een scriptnaam wordt voorafgegaan door een uitroepteken (!), dan wordt het script niet uitgevoerd. Als een scriptnaam wordt voorafgegaan door een apestaartje (@), dan wordt het script uitgevoerd in de achtergrond. Het opstartproces zal dan niet wachten tot het uitvoeren van het script is voltooid, alvorens verder te gaan met het opstartproces. Meestal hoef je de standaardwaarden niet te veranderen om een werkend systeem te krijgen, maar je zult deze array hoogstwaarschijnlijk gaan wijzigen, als je een systeem service als sshd of samba gaat installeren en je deze systeemservice bij het opstarten gestart wilt hebben. Het gebruik van de DAEMONS array is eigenlijk Arch's manier van het configureren van opstartende applicaties, waar veel andere Linux distributies gebruik maken van symlinks naar een init.d map.

Let op: De volgorde waarin de daemons worden gezet is belangrijk, omdat de scripts in deze volgorde worden uitgevoerd.

Personal tools